Noors toerbrood

Het menu voor meerdaagse rugzaktrektochten levert nog wel eens wat hoofdbrekens op.
Vooral ‘s winters als het vroeg donker wordt en koud kan zijn, heb je niet altijd puf om nog uitgebreid te gaan kokerellen. Afgezien nog van ‘t feit dat je al die brandstof zelf omhoog moet sjouwen. Meestal leven wij dus op instantpastamaaltijden, hartkeks en mueslirepen.
Vooral de mueslirepen vallen onder het hoofdstuk “het hoeft niet lekker te zijn, als het maar vult”.
En daarom proberen we dit jaar iets nieuws; zelfgebakken toerbrood dat naar het schijnt wekenlang goed blijft en bijzonder maagverzakkend is, ideaal tochtenvoer dus.

voor 3 platte broden

325 g volkorenmeel
125 g bloem
1 zakje bakpoeder
125 g griesmeel
60 g roggemeel
125 g gedroogde, ongezwavelde abrikozen
125 g hazelnoten
flinke handvol rozijnen
80 g margarine
50 g honing
75 g suiker
250 ml karnemelk

Verwarm de oven voor op 175 graden.
Hak de abrikozen en de noten fijn.
Doe volkorenmeel, bloem, bakpoeder, griesmeel, roggemeel, abrikozen, noten en rozijnen in een grote kom en meng goed.
Smelt de margarine en roer hier de honing, suiker en de karnemelk door. Meng dit geheel door de droge massa en kneed goed tot een compacte bal. Verdeel het deeg in 3 stukken, duw ze plat en leg ze in beboterde bakvormen. Duw het deeg nog wat uit zodat het ongeveer 2 a 3 cm dik is en aansluit op de randen. Bak de broden ongeveer een uur tot ze gaar en bruin zijn. Laat afkoelen op een rooster.